Darts ken je vast wel, toch? Die sport waarbij je met pijltjes op een bord moet mikken. De sport van bijvoorbeeld Michael van Gerwen (“Mighty Mike”), die al drie keer wereldkampioen werd: in 2013, 2017 en nu, in 2019, ook weer. Het wordt een sport genoemd, maar eigenlijk is het toch meer een spelletje. Net als schaken en dammen. Echt zweten doe je er niet van, alhoewel de topdarters zoals Michael dat wel doen. Maar dat kan ook een beetje aan hun lichaamsomvang liggen; veel topdarters zien eruit alsof altijd in het café onder het genot van een biertje en een bak bitterballen trainen.
Maar dat is dus niet zo: darten is echt behoorlijk moeilijk. En de echte profs trainen dan ook vele uren per dag (en dan niet in de lokale snackbar). Niet alleen het pijltjes richten zelf moet getraind worden; ook mentale training is belangrijk, want soms is de druk bij zo’n potje echt enorm hoog. Van Gerwen begon trouwens al op zijn 13e met darten. Phil “The Power” Taylor, die maar liefst 16 keer wereldkampioen werd (een record!), begon pas op zijn 26e. En als je ziet wat ze kunnen winnen, dan wil je ook wel hard trainen: als je het wereldkampioenschap wint, krijg je bijna een half miljoen (500.000) euro!
Ook de spelregels zijn helemaal niet zo makkelijk. Zo denken veel mensen bijvoorbeeld dat je alle pijltjes in de bull’s eye (dat rode puntje in het midden) moet gooien. Maar dat klopt niet: als je in de middelste ring onder de 20 (zie plaatje hieronder) gooit, heb je 60 punten. En dat is wel even 10 punten meer dan in de bull’s eye! Met drie worpen in dat vakje direct onder de 20 heb je dus 180 punten; met 3 pijltjes in het middenstipje ‘maar’ 150. Bij de grote toernooien gilt de referee (de scheidsrechter) bij de absolute topscore dan ook keihard: “One hundred and eighty!!!”

bron: pixabay.com
Elke wedstrijd bestaat uit een set, waarbij je een ‘best of’ van een aantal games, ‘legs’ (games) genoemd, moet halen: best of 3, 5, of 7 bijvoorbeeld. In de finale van het WK spelen ze zelfs best of 13! Als een speler dan dus 7 van de 13 legs gewonnen heeft, is hij kampioen. Bij elke leg begint iedere speler met 501 (of 301) punten, die hij weg moet zien te werken door per beurt die drie 3 pijltjes te gooien (om en om) naar een dartboard op precies 237 centimeter afstand.
De laatste dart – voordat de 0 bereikt wordt – moet ook nog eens altijd in de dubbele ring (de buitenste) óf in de bull’s eye gegooid worden. Dat heet ‘uitgooien’ of ‘checkout‘. Dus je moet zelf ook nog eens goed meerekenen. Degene die zo het eerst bij 0 is, heeft de leg (game) gewonnen. Er zijn overigens nog veel meer spelsoorten bij darts, maar dat voert nu een beetje te ver. Wil je de spelregels helemaal lezen, kijk dan >> hier <<.
In juni 2019 vindt weer de World Cup Darts plaats; dan zitten wij in ieder geval voor de buis. Want wij vinden darts leuk! Nu alleen nog even een dartboard (en een rubber muur) kopen voor in het HKD-redactielokaal 😉