Door: Wouter B. (14) uit A.
[naam en woonplaats bij de redactie bekend]
Ik ben 9 bijna 10 als ik in de nacht wakker word van de pijn in mijn rug. Als het ochtend is ga ik naar de huisarts. Ik heb ook koorts en de dokter denkt dat ik een blindedarm ontsteking heb. Ik ga naar de eerste hulp van het ziekenhuis. Bloed prikken plassen in een potje en wachten op de uitslag. Geen blindedarm maar een nierbekkenontsteking. Doet plassen zeer vraagt de dokter. Ja dat doet zeer maar dat doet altijd zeer ik weet niet anders.

bron: pixabay
Ik ga naar huis met antibiotica. Ik word wel wat beter maar de pijn in mijn rug blijft. Na een week ga ik weer naar de huisarts. Hij gaat overleggen met de kinderarts. Ik krijg andere antibiotica en diclofenac tegen de pijn. Weer een week later moet ik weer mijn plas inleveren. Nog steeds blaasontsteking en ik krijg weer een nieuwe antibiotica.
Dan is het januari 2013. Ik word weer ziek. Ik ga naar de huisartsenpost. Mijn moeder vertelt dat ik steeds blaasontsteking heb. Mijn plas wordt weer na gekeken nee het is schoon. Ik heb gewoon de griep. Twee dagen later ben ik zo ziek dat ik weer naar de huisartsenpost ga. Die stuurt me door naar de kinderarts. Ik word opgenomen en al snel blijkt dat ik weer een nierontsteking heb. Ik krijg een infuus met antibiotica.
De kinderarts wil weten waarom ik steeds een ontsteking heb. Ik krijg een echo. Mijn blaaswand is dik en hobbelig. Ik lig een week in het ziekenhuis. Dan ga ik naar huis met antibiotica en ik mag in februari terug komen voor meer onderzoeken. Ik blijf pijn houden en ben ontzettend moe. Lig de hele dag op de bank. Weer moet ik mijn plas inleveren. Weer is het niet goed. Dit keer een andere bacterie erin. Ik krijg weer andere antibiotica.

bron: pixabay
Dan moet ik voor een onderzoek een dag naar het ziekenhuis. Ik krijg een drankje waar je slaperig van wordt. Daarna krijg ik een katheter in. Niet echt een fijn gevoel. Ik ga naar de foto afdeling en daar vullen ze mijn blaas met een vloeistof. Tot ik het niet meer volhouden kan en moet plassen en dan maken ze foto. Een dag later word mijn moeder gebeld door de kinderarts. Ik heb een lichte nierreflux. Dat betekent dat mijn urine terug stroomt naar de nieren.
Mijn blaas ziet er niet mooi uit. Ik word door gestuurd naar de uroloog. Ook moet ik naar de plaspoli. Ik plas niet goed. We gaan naar de uroloog. Ik moet plassen op een wc dat dan kan zien of je goed plast. De uroloog zegt ja je plast wel erg beroerd. Ook zij vindt dat ik naar de plaspoli moet. Verder doet zij niets. In maart word ik weer opgenomen in het ziekenhuis. Ik blijf nu 2 weken. Ik moet oefenen om goed te plassen. Goed zitten en buikademhaling. Niet dat het veel helpt. Ik blijf moeilijk plassen en heb veel pijn.

bron: pixabay
Mijn moeder wil dat ik naar een groter ziekenhuis ga. Daar is een kinderuroloog. Ook wil ze dat ik bloed ga prikken omdat ik steeds zo moe ben. De kinderarts vindt het allemaal niet nodig. Uiteindelijk stuurt hij mij door naar de kinderuroloog. Na lang zeuren van mijn moeder mag ik eindelijk bloed prikken. De dokter denkt dat er niets uit komt. Dan belt hij na een paar dagen. Ik heb bloedarmoede en ernstig vitamine d tekort. Hij zegt dat ik weer opgenomen word. Plassen gaat ook nog steeds beroerd.
In mei 2013 word ik weer opgenomen. Een paar dagen zegt de dokter. Het word 6 weken lang in het ziekenhuis liggen. Maar dat vertel ik de volgende keer.
Deze blog is helemaal zelf door Wouter geschreven. Hij wil, naar aanleiding van zijn vorige blog, nu graag het hele verhaal over zijn ziekteverloop en behandelingen vertellen. En dat kán en mág hij doen, hier op HKD.
Wij willen jou óók de ruimte geven om jouw eigen verhaal te doen.
Heb jij iets te vertellen? Wil je jouw gedachten ook delen? Mail ons! redactie@hoekinderendenken.nl